201909.10

Thuiszorg Kempen zet in op diversiteit

Jarenlang één man tussen zowat 250 dames, vijf jaar later zijn het er nu al 7. En die genderdiversiteit mag voor Thuiszorg Kempen gerust wat meer zijn.

Samen met 12 andere deelnemers uit de welzijn en zorgsector – waaronder ook de OCMW’s van Rijkevorsel, Olen en Stad/OCMW Geel – neemt Thuiszorg Kempen deel aan het lerend netwerk “Diversiteit (als) Troef” van het agentschap Inburgering en Integratie, I-diverso, Emino, DoorElkaar (HIVSET), UNIA en het Streekplatform Kempen.

In het lerend netwerk ondersteunen de deelnemers elkaar bij het uitbouwen van een diversiteitsbeleid in de eigen organisatie en gaan ze samen op zoek naar praktische en bruikbare antwoorden op allerhande diversiteitsvragen. Naast “hoe zet ik een diversiteitsbeleid op en creëer ik er een draagvlak voor”, worden er leer- en uitwisselingsmomenten opgezet over een diversiteitsvriendelijk HR-beleid en een breed toegankelijke, cultuursensitieve dienstverlening .

“Het is voor ons een opportuniteit”, getuigt Ellen Koppen, stafmedewerker van Thuiszorg Kempen. “Ons cliënteel wordt diverser. We bereiken significant meer mensen met een migratieachtergrond, maar ook steeds meer, mensen met een beperking of een psychische kwetsbaarheid, mensen in armoede, … We werken rond de vraag ‘Hoe kunnen we ons personeel de tools geven om met die diversiteit om te gaan?’ Daarnaast is het voor ons ook een absolute meerwaarde om diverser te werven. Voor cliënten is het bijvoorbeeld een groot pluspunt als verzorgenden dezelfde taal spreken, hun cultuur kennen of een typische maaltijd kunnen bereiden uit hun herkomstland. Ook oudere verzorgenden, worden juist omwille van hun levenservaring vaak geapprecieerd. Ook het aantal mannen is binnen de groep van verzorgenden nog te beperkt.”

Wat zijn de verwachtingen van het traject? “We hebben sowieso een open houding naar diversiteit. Dat zit ook in onze visie: we willen goede gezinszorg bieden aan iedereen en in het bijzonder aan de meest kwetsbare burgers. Maar is dit voldoende? Wat moet er nog structureel gebeuren? Wat kunnen we doen bovenop de aandacht die er vandaag al is? We hopen vooral veel inspiratie op te doen.”