201901.25

Draaiboek Lokaal Cliëntoverleg – met de cliënt aan tafel

Binnen de welzijnssector wordt in steeds meer cliëntsituaties de nood ervaren aan Lokaal Cliëntoverleg (LCO). Deze vorm van overleg is bedoeld voor mensen in complexe probleemsituaties met moeilijkheden op meerdere levensdomeinen zoals huisvesting, financiën, gezondheid of bijvoorbeeld de opvoeding van de kinderen.

Een lokaal cliëntoverleg brengt de cliënt en alle betrokken hulpverleners samen om de hulp af te stemmen op de wensen, doelen en noden van de cliënt. Het overleg wordt meestal georganiseerd wanneer de hulp en ondersteuning niet optimaal verloopt. Maar het lokaal cliëntoverleg kan ook erg nuttig zijn in het kader van preventieve en proactieve hulpverlening.

In opdracht van de pijlerwerking welzijn en zorg van het Streekplatform Kempen werd de methodiek van het lokaal cliëntoverleg in een draaiboek gegoten door CEBUD (Thomas More Kempen) onder leiding van Bérénice Storms, samen met zes studenten van de opleiding sociaal werk van de Thomas More Hogeschool, een masterstudent Sociaal Werk van KU Leuven, de OCMW’s van Balen, Ravels en Turnhout en SEL-Kempen.

We gingen hierover in gesprek met Bérénice Storms, coördinator onderzoek van CEBUD en Mizel Gebruers, voorzitter van de stuurgroep welzijn en zorg van Streekplatform Kempen en schepen welzijn van de gemeente Vorselaar.

Bérénice Storms: Een lokaal cliëntoverleg brengt een dialoog op gang tussen de cliënt en zijn hulpverleners. De inbreng van de cliënt staat daarbij centraal. Wanneer de cliënt ervaart dat er oprecht naar hem geluisterd wordt, er ‘met’ hem gesproken wordt, zijn perspectief een plaats krijgt naast dat van de vele hulpverleners, hij terug meer inzicht krijgt in zijn situatie, hij mee kan beslissen over de geboden hulp,… dan werkt dit voor een cliënt verbindend en versterkend. Ook voor hulp- en zorgverstrekkers is het een meerwaarde. Het overleg kan nieuwe inzichten brengen doordat men van elkaar leert. In situaties waarin hulpverleners vastlopen, kan samen worden gezocht naar een beter werkbare aanpak. Het zorgt voor een gedeelde verantwoordelijkheid en duidelijke afspraken over wie wat doet. Een LCO organiseren of bijwonen vraagt tijd, maar deze kost win je dubbel en dik terug door een efficiëntere en effectievere zorg.

Mizel Gebruers: Het is een methodiek die wordt ingezet bij wat in vakjargon ‘multiproblemgezinnen’ genoemd wordt, een groeiende groep binnen het OCMW-cliënteel. Dat mensen bijvoorbeeld enkel met een financieel probleem bij ons aankloppen, wordt steeds zeldzamer.
Een LCO biedt de kans om met een open blik samen met de cliënt en alle zorg- en hulpverleners oplossingen te zoeken in een breder welzijnsperspectief. Als ik kijk naar het OCMW van Vorselaar, dan zie ik dat maatschappelijk werkers steeds vaker deelnemen aan cliëntoverleg. We organiseren ook steeds meer zelf LCO’s voor onze cliënten. Zeker als we voelen dat we de situatie als OCMW niet alleen kunnen keren, maar er op alle fronten moet worden samengewerkt. Indien mogelijk met de cliënt er bij. We merken dat deze methodiek ook helpt om mensen terug in hun kracht te zetten, hen mee te laten nadenken hoe ze hun situatie kunnen verbeteren.

Bérénice Storms: Er is inderdaad een groeiende nood aan face-to-face overleg bij complexe casussen. Maar tegelijkertijd zien we dat hulp- en zorgverleners er in de praktijk niet toe komen om een lokaal cliëntoverleg te organiseren.
De grootste struikelblokken blijken het gebrek aan tijd en het feit dat ze, vanuit hun beroepsgeheim, er voor huiveren om vertrouwelijke informatie over cliënten met anderen te delen. Om deze drempels te verlagen, beschrijven we in het draaiboek niet alleen wat een LCO inhoudt, maar hebben we ook een stappenplan opgenomen over hoe een LCO succesvol kan worden georganiseerd en daarnaast ook vele handige tools en instrumenten die de organisatie, opvolging en evaluatie van een LCO faciliteren. Uiteraard hebben we ook veel aandacht besteed aan het ‘gedeeld beroepsgeheim’.

Mizel Gebruers: Het draaiboek is zeker een bruikbaar instrument voor OCMW’s en andere welzijnsorganisaties. Ook vorming over de methodiek en het gebruik van het draaiboek zou welkom zijn. Samen met Welzijnszorg Kempen bekijken we hoe we dit best kunnen organiseren.

Het draaiboek kan u hier vinden.

Foto:  Mizel Gebruers (voorzitster stuurgroep welzijn en zorg), Bérénice Storms (docent sociaal werk Thomas More en coördinator  onderzoek van CEBUD), Tabitha Tanghe (Masterstudent Sociaal Werk KULeuven) samen met de studenten van Thomas More Anke Cannaerts, Gianluca Malfait, Emily Serneels en Maria-Laura Van Gool. Ook de studenten Tine Stappers en Katrijn Cox (niet op de foto) werkten mee aan het draaiboek.